Muur, lijn

Ik ben betoverd door deze muren.
Daarom heb ik er foto’s van genomen.
Dàt ik er foto’s van heb genomen is het verhaal.
Ja. En ook van wie zij zijn die daar werken in die Zweedse groeve.
En van wie ik ben. Beeldhouwer op bezoek. Waarneming.
Achter deze muren, die ik accepteer als mijn eigen, is mijn wereld groter dan ervoor.
Wat ik zie is waarheid. En achter die waarheid zie ik licht.

En in licht is licht is licht.

Tekens van mensenhand. Ver aan de ene kant. Ik ken niet de betekenis van de getallen. Vermoed slechts dat het refereert aan werk dat gedaan is of nog gedaan moet worden.
De werkelijke betekenis kent waarschijnlijk slechts de schrijver. En hij misschien zelfs maar voor even. Het geheugen is hier klein.
Tekens van mensenhand. Ook dichtbij. Toen ik deze foto’s heb gemaakt heb ik toch ‘de ander’ gelezen. En door de ander heen de wereld. Meer. De aanwezigheid van de ander heb ik langs deze muren ervaren. En die personen verschaffen met deze letters, tekeningen en getallen de verbindingswegen. Van dit zelf met de ander. Van de binnenwereld met de buitenwereld. Van de besloten ruimte met de lucht.
Wat mij intrigeert aan deze muren is dat iets zo exclusiefs als deze cijfers en strepen, iets zo hoogst eigens, mij zoveel herkenning biedt. Dat ik het kan verstaan en me daarmee verstaan weet. Dit is groter herinneren. De oorspronkelijke betekenis is al lang niet meer. Het zijn nog slechts de tekenen van fictie. Wat eens een doel was daar is nu hier mijn uitvlucht. Dingen van alle tijden spreken uit deze muren tot mij. Van alle tijden en van alle mensen. Hier staan ontsnappingsmogelijkheden geschreven. Routes. Schema’s. Manieren om te ontsnappen uit de verschijningsvormen, ook uit die van dit zware monotone werk, door er binnen te gaan. Verwijzingen zijn het. Op het moment dat ik de foto heb genomen zijn het althans verwijzingen geworden. Verwijzingen niet naar de oorspronkelijke boodschap maar naar wat wij kunnen verstaan. Door fotografisch bezit te willen nemen van deze structuren ondermijn ik hun betekenis, ontneem ik een ton zijn gewicht, en laat ik ze gaan. Deze muren sluiten mij buiten. Mijn enige ontsnapping is mijn verbeelding. Deze muren vragen mij me te verzoenen. Met deze grote gedaanteverwisseling die wij leven noemen.
De foto is de omkering. Van richting. En daarmee van betekenis. Persoonlijke verplichtingen worden collectieve waarden, mythe. Wat eens harde feiten waren voor de arbeiders is wat ik voor morgen voor me zie, zijn mijn dromen, mijn gedachtengangen. Aantallen zijn abstracties geworden. Stenen worden choreografieën. Schema’s gevoelens. De met deze tekens aangeduide lichamelijke arbeid wordt een gebed.
Ik stel me voor dat met het optekenen van een romeinse vijf eens duizend, tweeduizend kilo graniet is gebroken. Nu is het nog hoe we hebben leren tellen. En hoe dat weten nog in ons is. Is het het aantal wensen dat we doen. Tekens zijn autonoom geworden. Ik heb er wat van mijzelf gevonden. Ik kan herinneren. Aan de hand van hoe de werkers zich hebben herinnerd wat te doen kan ik mij herinneren wat ik duizend jaar geleden leerde. Op deze muren staat geschreven van de ander in mij. Ik heb de keuze. De keuze van transformatie, de keuze wat met de raadsels te doen. Dit is de gevangenis waar de dingen mogelijk zijn. Ik ben niet de vreemdeling in deze groeve. Ik woon in deze ruimtes. Deze ruimtes laten zien hoe we zijn, hoe we van elkaar verschillen, het is de werkelijke wereld van de gedachten die zich zoekt te beperken en die zich zoekt uit gevangenschap te bevrijden. Wat we bedenken. Betreffende wie we moeten zijn. En wie we nog kunnen worden. Bevrijd. En bewust.
Alle letters en alle getalsaanduidingen gaan over oneindigheid, eeuwigheid. Steen kan geen kant op. De muurschilderingen zijn toegangspoorten naar mijn gedachten. In de patronen van aantallen en afmetingen, in het ritme van de houten panelen, ligt de bevrijding. De aanduiding ontmoet het aangeduide, steen.

Deze muren zijn de muren van afbakening van persoonlijke ruimten en eens waren ze blanco. En om wat er met deze muren gebeurt door diegene die zich ertussen bewegen worden deze muren zielspanelen en geven ze voor mij niet de beperking van de ruimte weer maar juist datgene wat de ontmoeting mogelijk maakt. Om hoe we van elkaar verschillen. En niet.

Caroline Waltman
Zweden, september 2003